Ratings2
Average rating3.5
Lichtelijk absurd en kleinburgerlijk zoals alleen Maarten ‘t Hart het kan beschrijven.
Monward, een klein dorpje in Zuid Holland, wordt opgeschrikt door een fotografe die dorpsbewoners op de foto zet voor een fotoboek over de mensen in het dorp. Aanvankelijk is er afgunst onder de bewoners waarom anderen wel interessant genoeg zijn om op de foto te mogen en zij niet.
Dit slaat echter om als blijkt dat de mensen die in het boek staan één voor één sterven. Het loodje leggen. Het hoekje om gaan.
De hoofdpersoon, een wegbezuinigde bioloog met één bestseller, vindt het allemaal lariekoek. Statistisch prima uit te leggen allemaal. Maar toch...
Het moge duidelijk zijn dat Monward het dorp is waar Maarten ‘t Hart (de ik persoon) woont: Warmond.
Alle typische ‘t Hart elementen zijn aanwezig, deels autobiografisch, deels fictie. Zo is het boek doorspekt met bijbelteksten, al dan niet gerecycled uit andere boeken. Klassieke muziek, kerkorgel, piano en onbeantwoorde liefdes.
Meestal zijn bij Maarten ‘t Hart de gereformeerden, uit zijn jeugd, het haasje, maar in dit boek neemt hij op speelse wijze de Rooms Katholieken de maat. Onder andere met flauwe woordgrappen als “Paapse Kracht” in plaats van “Kaapse Pracht”.
Daarbovenop speelt het boek zich af vlak na de MKZ-crisis en tijdens de vogelgriepepidemie die daarop volgde.
‘t Hart maakt zich nogal druk over de manier waarop toen der tijd de evenhoevigen en pluimvee geruimd zijn. Dit komt ook heel erg naar voren in zijn columns die gebundeld zijn in “De groene overmacht”. Hij neemt geen blad voor de mond.
Er komen overigens best veel elementen uit zijn columns terug in dit boek.
Voor mij is het thema van het boek “waan”. Een van de personen in het boek begint letterlijk aan wanen te lijden. Het hele dorp is op een gegeven moment in de ban van een “waan”.
En zoals vaker bij ‘t Hart eindigt het boek gewoon. Geen uitleg, geen whodonit. Alleen een verhaal.
3,5 ster